Het proefkonijnencarnaval
Auteur: Joke Prinsen
Liefde is niet statisch. Zij ademt in, ademt uit. De longen leeg? Nog is er zuurstof in het lijf. Denk: wij zijn stof, een onooglijk korreltje op een eindeloos strand. Maar: zonder zand geen zeetapijt… Lapis. Zwart. Licht floept weer aan! Dichtgeknepen gatskaken knallen open: Zot Polleke blijkt een oude priesteres, eeuwig jong. Na de flonkering in de stroom van Laurence Vielle, na de vuurdoorn in de taal van Annemarie Estor: een ravissant minnestreeldebuut, een ‘muziekdoosziel’, streetwise en fel intelligent, ‘wiggelpiggel’ én verheven. Een lumineuze reuzinnendochter die ons aanspoort om je lichtbel te ontsteken voor je tot stof weerkeert. Zet dus die bloemenkeel open, bruis en
suis, dans tegendraads met haken en sterrenogen. Sta jezelf toe te struikelen. Ellende dof? Hier die hand: ‘laat ons kosmisch hinkelen, laat de wereld rinkelen’ – hop! Tot ook de wereld valt onder de wolken en de maan zich van haar verwijdert in blauwe kringen.
Peter Holvoet-Hanssen
[Bron: Uitgeverij P Leuven ]
|